Manuel d'utilisation / d'entretien du produit DX du fabricant Suunto
Aller à la page of 147
nl GEBRUIKERSGIDS SUUNTO DX.
1. WELKOM IN DE WERELD V AN SUUNTO-DUIKCOMPUTERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2. W AARSCHUWINGEN, MELDINGEN EN OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3. GEBRUIKERSINTERF ACE V AN SUUNTO . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5.3. Beperkingen van duikcomputers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 5.4. Akoestische en optische alarmsignalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5.10.2. Aanduiding batterijspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 5.10.3. Bergmeerduiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6.3. Duiken in de modus GAUGE (DIVE Gauge) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 7. NA HET DUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10.2.2. Bergmeerduiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 10.3. Zuurstofblootstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. WELKOM IN DE WERELD V AN SUUNTO-DUIKCOMPUTERS De Suunto DX wristop duikcomputer is ontworpen om uw duikactiviteiten optimaal te laten verlopen. De Suunto DX is 's werelds eerste duikcomputer t.
De gebruikershandleiding van de Suunto DX bevat belangrijke informatie die u nodig hebt om vertrouwd te raken met uw Suunto wristop duikcomputer . Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig zodat u bekend bent met de bediening, displays en beperkingen van het instrument voordat u het gebruikt, en bewaar de handleiding ter referentie.
2. W AARSCHUWINGEN, MELDINGEN EN OPMERKINGEN In deze gehele gebruikershandleiding worden belangrijke veiligheidsaanwijzingen aangegeven. Er worden drie classificaties gebruikt om deze aanwijzingen te .
W AARSCHUWING ALLERGISCHE REACTIES OF HUIDIRRIT A TIES KUNNEN OPTREDEN WANNEER HET PRODUCT IN CONT ACT ST AA T MET DE HUID, OOK AL VOLDOEN ONZE PRODUCTEN AAN DE NORMEN V AN DE BEDRIJFST AK. IN DERGELIJKE GEV ALLEN DIENT U HET GEBRUIK ONMIDDELLIJK TE STOPPEN EN EEN DOKTER TE RAADPLEGEN.
W AARSCHUWING BIJ ELK DUIKPROFIEL BEST AA T AL TIJD KANS OP DECOMPRESSIEZIEKTE, ZELFS BIJ HET VOLGEN V AN EEN DUIKPLAN DA T IS BEREKEND DOOR EEN DUIKCOMPUTER OF MET BEHULP V AN DUIKT ABELLEN.
W AARSCHUWING DUIKEN WAAR VOOR DECOMPRESSIESTOPS ZIJN VEREIST , WORDEN NIET AANBEVOLEN. NADA T DE DUIKCOMPUTER HEEFT AANGEGEVEN DA T EEN DECOMPRESSIESTOP VEREIST IS, DIENT U ONMIDDELLIJK OP TE STIJGEN EN MET DE DECOMPRESSIE TE BEGINNEN! Let op de knipperende aanduiding ASC TIME en de naar boven wijzende pijl.
W AARSCHUWING GA NIET VLIEGEN ZOLANG DE DUIKCOMPUTER EEN VLIEGVERBOD AANGEEFT . SCHAKEL VOORDA T U WIL T GAAN VLIEGEN AL TIJD DE DUIKCOMPUTER IN OM DE RESTERENDE DUUR V AN HET VLIEGVERBOD TE CONTROLEREN. Het risico op decompressieziekte kan sterk toenemen wanneer u tijdens het vliegverbod gaat vliegen of naar een grotere hoogte reist.
W AARSCHUWING STEL GEEN ENKEL ONDERDEEL V AN DE DUIKCOMPUTER BLOOT AAN GASMENGELS DIE MEER DAN 40% ZUURSTOF BEV A TTEN! V errijkte lucht met een hoger zuurstofgehalte zorgt voor brand- of explosiegevaar met mogelijk ernstig letsel of de dood tot gevolg.
W AARSCHUWING SELECTEER DE JUISTE HOOGTE-INSTELLING! Als u op meer dan 300 meter boven de zeespiegel gaat duiken, moet de u de hoogte instellen om de duikcomputer de juiste decompressiestatus te laten berekenen. De duikcomputer is niet bedoeld voor gebruik op meer dan 3000 meter boven de zeespiegel.
W AARSCHUWING DE WERKELIJKE OPSTIJGTIJD KAN LANGER ZIJN DAN DE TIJD DIE DOOR HET APP ARAA T WORDT WEERGEGEVEN! De vereiste opstijgtijd neemt toe als u: • langer op diepte blijft • langzamer dan 10.
W AARSCHUWING DUIK NIET MET EEN GASMENGSEL ALS U DE FLESINHOUD NIET PERSOONLIJK HEBT GECONTROLEERD EN DE MENGSELSAMENSTELLING NIET IN DE DUIKCOMPUTER HEBT INGEVOERD. Als u de cilinder niet controleert en de juiste gaswaarden niet op de juiste plaats in de duikcomputer invoert, leidt dit tot onjuiste duikplanningsgegevens.
W AARSCHUWING Als meer duikers in hetzelfde gebied gebruik maken van een duikcomputer met draadloze verbinding, dient u voor de duik na te gaan of elke duiker een andere code gebruikt. W AARSCHUWING De persoonlijke correctiefactoren P0 – P-2 brengen een hoog risico van decompressieziekte, ander persoonlijk letsel of overlijden met zich mee.
W AARSCHUWING CONTROLEER HET INSTRUMENT OP WA TERDICHTHEID! V ocht in het apparaat en/of batterijvak kan het instrument ernstig beschadigen. Laat onderhoud en reparatie alleen uitvoeren door een erkend SUUNTO servicecentrum. W AARSCHUWING Gebruik de Suunto USB-kabel niet op plaatsen waar ontvlambare gassen aanwezig zijn.
LET OP Sluit alleen een Suunto USB-kabel aan op het contact voor gegevensoverdracht op de Suunto duikcomputer . LET OP Til of draag een fles nooit aan de draadloze flesdrukzender omdat hierdoor de afsluiting kan breken en de eenheid kan gaan lekken.
3. GEBRUIKERSINTERF ACE V AN SUUNTO Aanduiding veiligheidsstop Symbool vliegverbod Datum Dual-time Maximumdiepte O 2 /He (Mixed en CCR Mode) Tijd Flesdruk Aanduiding duikalarm Aanduiding tijdalarm (we.
3.1. Navigeren in de menu's De Suunto DX beschikt over vier hoofdmodi: de modus TIME (tijd), de modus DIVE (duiken), de modus PLAN (plannen) en de modus MEM (geheugen). Daarnaast heeft de Suunto de submodus COMP ASS (kompas) die kan worden geactiveerd vanuit de modus TIME of DIVE.
SETTINGS Alarm Time Dual Time Date Units Backlight Contrast T ones SUB-MODES Air Mixed CCR Gauge Off SETTINGS CC Gases OC Gases / Gases Set Point Personal / Altitude T ank Press Pairing T ank Press Al.
3.2. Symbolen en functies van knoppen De volgende tabel geeft een overzicht van de hoofdfuncties van de knoppen op de duikcomputer . Een uitgebreide beschrijving van de knopfuncties vindt u in de desbetreffende paragrafen van de gebruikershandleiding.
Hoofdfuncties Drukken Knop Symbool Schakelen tussen alternatieve vensters Submodus wijzigen W aarden verhogen Kort UP Wisselen van gasmengsel activeren in de modus MIXED en CCR Geselecteerd gasmengsel bekijken in de modus SURF ACE (alleen MIXED en CCR).
4. AAN DE SLAG Als u optimaal van uw Suunto DX gebruik wilt kunnen maken, is het belangrijk om de tijd te nemen om het apparaat aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen en tot uw duikcomputer te maken. Stel de juiste tijd en datum in en geef de gewenste instellingen op voor alarmen en geluidssignalen, de eenheden en de displayverlichting.
TUSSEN DUIKEN KUNT U UW OPPERVLAKTE-INTERVAL C ONTROLEREN MET DE SHORTCUTS VOOR DE MODUS TIME! OPMERKING Het secondevenster wordt na vijf minuten vervangen door het datumvenster om de batterij te sparen. OPMERKING Het venster wordt verlicht als u de knop MODE langer dan twee seconden ingedrukt houdt.
DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM TE SCHAKELEN TUSSEN ALARM, TIJD, DUAL TIME, DA TUM, EENHEDEN, CONTRAST EN GEL UIDSSIGNALEN. 4.1.1. Het alarm instellen Deze Suunto-duikcomputer is voorzien van een dagalarmfunctie. U kunt instellen dat het alarm één keer , op weekdagen of elke dag kan worden geactiveerd.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.2. De tijd instellen In de modus Time setting kunt u de uren, minuten en seconden instellen en kunt u bovendien kiezen tussen de 12- en 24-uursweergave. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.4. De datum instellen Gebruik de modus Date setting om het jaar , de maand en de dag in te stellen. De dag van de week wordt automatisch berekend in overeenstemming met de datum. In metrische eenheden wordt de datum weergegeven als DD/MM, en in Engelse eenheden als MM/DD.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.6. De displayverlichting instellen In de modus Backlight setting schakelt u de displayverlichting in en uit en bepaalt u hoe lang deze blijft aanstaan (5, 10, 20, 30 of 60 seconden).
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . 4.1.8. Geluidssignalen in-/uitschakelen. In de modus T one setting kunt u de geluidssignalen in- en uitschakelen. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . OPMERKING Als de tonen uit zijn, zijn er geen geluidssignalen.
DRUK OP DE KNOP DOWN OM STOPW A TCH TE STARTEN EN EEN TUSSENTIJD OP TE NEMEN. MET DE KNOP UP STOPT U DE ST OPW AT CH. ALS U TUSSENTIJDEN HEB T OPGENOMEN, KUNT U HIERDOOR BLADEREN DOOR DE KNOP UP KORT IN TE DRUKKEN. HOUD DE KNOP UP INGEDRUKT OM DE STOPW A TCH TE RESET TEN.
De automatische activering kan mislukken als gevolg van vuil op het watercontact. Daarom is het belangrijk om het watercontact schoon te houden. Het contact kan worden gereinigd met schoon water en een zachte borstel, bijvoorbeeld een tandenborstel.
IN DE MODUS TIME WORDEN ONDER IN DE DISPLA Y DE TIJD EN KOERS WEERGEGEVEN. IN DE MODUS DIVE WORDEN DE HUIDIGE DIEPTE EN TIJD OF MAXIMUMDIEPTE, FLESDRUK, EN KOERS OF DUIKTIJD OF TEMPERA TUUR WEERGEGE VEN. OPMERKING Nadat u het kompas via de modus DIVE hebt gestart, kunt u tussen de verschillende vensters overschakelen met de knoppen UP/DOWN.
4.4.2. Een koers vergrendelen U kunt een koers vergrendelen om een geselecteerd parcours te volgen. De vergrendelde koers wordt aangegeven door richtingspijlen. De laatste vergrendelde koers wordt opgeslagen en is beschikbaar de volgende keer dat u het kompas activeert.
Uitleg Symbool U bevindt zich op 180 graden van de vergrendelde koers U bevindt zich op 120 (of 240) graden van de vergrendelde koers 4.4.3. Kompasinstellingen U kunt de kompasinstellingen vastleggen .
OPMERKING Het kalibratieproces wordt automatisch gestart als u het instrument voor de eerste keer gebruikt. Krachtige elektromagnetische velden, die bijvoorbeeld worden veroorzaakt door hoogspanningskabels, luidsprekers en magneten, kunnen de kalibratie van het kompas beïnvloeden.
Het kompas kalibreren: HOUD HET APP ARAA T VLAK EN DRAAI HET LANGZAAM IN EEN GROTE L US IN DE VORM V AN HET SYMBOOL VOOR ONEINDIG TOT EEN PIEPSIGNAAL KLINKT EN DE TEKST P ASSED (OK) VERSCHIJNT .
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . Time-out U kunt de time-out van het kompas instellen op minuten. Als gedurende de ingestelde tijd niet op een knop wordt gedrukt, wordt de modus COMP ASS verlaten en keert de duikcomputer terug naar de modus TIME of DIVE.
5. VOOR HET DUIKEN Ga niet met deze duikcomputer duiken zonder eerst deze gebruikershandleiding - en alle waarschuwingen die erin staan - volledig te hebben gelezen. Zorg dat u precies weet hoe het apparaat moet worden gebruikt, dat u alle beperkingen ervan kent en dat u bekend bent met alle displays.
5.1. Het Suunto Fused TM RGBM Suunto Fused RGBM is een uitgebreide versie van het Suunto T echnical RGBM. Hierin is het FullRGBM van Dr . Bruce Wienke verwerkt dat het meest complete bubbelmodel is dat momenteel bestaat.
V oor technische duiken moet u het duikplan hebben gemaakt en tijdens de duik bij u hebben, bijvoorbeeld op een back-upschema. U moet ook een back-up plan hebben voor verloren gassen.
T abel 5.2. Betekenis Geluidspatroon Piepsignaal ter instructie Begin met opstijgen Omhoog Begin met afdalen Omlaag Gasmengsel wisselen Omlaag- omhoog De visuele informatie op de duikcomputer wordt tijdens de pauze in het alarmsignaal weergegeven om de batterij te sparen.
Reden van alarm Soort alarm PO 2 -waarde is kleiner dan 0,18 bar. Alleen in de modus DIVE Mixed en DIVE CCR . De diepte is te ondiep en de omgevingsdruk is te laag voor het huidige gasmengsel. Het zuurstofgehalte is te laag om u bij bewustzijn te houden.
Reden van alarm Soort alarm Nultijdduik gaat over in decompressieduik Diepte is onder de decompressie ondergrens. Stijg op tot of boven de decompressieondergrens. Alarm met lage prioriteit gevolgd door het piepsignaal "Begin met opstijgen", twee keer achter elkaar .
Reden van alarm Soort alarm V erplichte dieptestop genegeerd. U moet dalen om de dieptestop te voltooien. Alarm met lage prioriteit gevolgd door het piepsignaal "Begin met afdalen", gedurende het overschrijden van de dieptestop. Het symbool DEEPSTOP knippert en een pijl wijst omlaag.
Reden van alarm Soort alarm De OLF-waarde heeft de vaste 80% of 100% bereikt. Alleen in de modus DIVE Mixed en DIVE CCR . U kunt het alarm bevestigen. Alarm met lage prioriteit, twee keer achter elkaar . De OLF% -waarde knippert als de PO 2 -waarde groter is dan 0,5 bar .
W AARSCHUWING WANNEER DE AANDUIDING V AN DE OLF-WAARDE AANGEEFT DA T DE MAXIMALE WAARDE IS BEREIKT , DIENT U ONMIDDELLIJK ACTIE TE ONDERNEMEN OM DE ZUURSTOFBLOOTSTELLING TE VERLAGEN. Als u na het afgaan van het alarm geen actie onderneemt, kan het risico op zuurstofvergiftiging snel toenemen met ernstig letsel of overlijden tot gevolg.
Als de modus Error permanent is geactiveerd op de duikcomputer , wordt alleen de waarschuwing 'Er' weergegeven in het middelste displaysegment. Er worden geen tijden voor opstijgen of stops meer weergegeven. Alle andere displayaanduidingen zijn echter normaal te zien, zodat u genoeg informatie krijgt om veilig de oppervlakte te bereiken.
2. Draai de hogedrukzender van de Suunto DX handvast aan op de hogedrukpoort van de ademautomaat. NIET TE V AST AANDRAAIEN! Het maximale aanhaalmoment bedraagt 6 Nm. Een luchtdichte afdichting vindt plaats met een statische O-ring, niet door veel kracht! 3.
OPMERKING De paringsprocedure hoeft maar één keer , voor het eerste gebruik, te worden uitgevoerd. U hoeft de paring niet opnieuw uit te voeren, tenzij u de zender vervangt door een nieuwe of als een andere duiker in uw groep dezelfde code gebruikt als u.
Als meerdere duikers dezelfde gebruiken, moet de code van de zender vóór het duiken worden gewijzigd. Ga als volgt te werk om een nieuwe zendercode toe te wijzen: 1. Draai nu langzaam de kraan van de persluchtfles open om het systeem onder druk te zetten.
2. In het volgende menu wordt een codenummer weergegeven. Wis de code door kort op de knop UP te drukken (schakelen van “Ok” naar “Clear”), en druk op de knop SELECT . 3. Druk kort op de knop MODE om de duikinstellingen te verlaten. 4. Houd de Suunto DX dicht bij de zender (het systeem moet een druk van meer dan 15 bar hebben).
OPMERKING Om batterijenergie te sparen, gaat de zender over naar de spaarstand met een lagere transmissiesnelheid als de flesdruk langer dan vijf (5) minuten ongewijzigd blijft.
Afbeelding Betekenis Display- aanduiding D De tekst "no conn" wordt weergegeven als de eenheid geen gegevenspakketten ontvangt van de zender . Er zijn langer dan 1 minuut geen flesdrukgegevens ontvangen. De laatst gemeten flesdruk wordt afwisselend weergegeven.
A B C D E 5.7. De modus DIVE starten De Suunto DX heeft vier duikmodi: de modus AIR voor duiken met standaard perslucht, de modus MIXED voor duiken met zuurstof- en/of heliummengsels, de modus CCR met duiken met een rebreather en de modus GAUGE voor het gebruik als bodemtimer .
DRUK OP MODE OM EEN DUIKMODUS TE SELECTEREN. MET DE KNOP UP (OMHOOG) SCHAKEL T U TUSSEN DE SUBMODI. 5.8. Instellingen voor de modus DIVE De Suunto DX beschikt over een aantal functies die door de gebruiker kunnen worden ingesteld, zoals alarmen voor het overschrijden van zelf ingestelde diepte- en tijdlimieten.
T abel 5.5. Instellingen voor de modus DIVE modus GAUGE modus CCR modus MIXED modus AIR Instelling X CC-gasmengsels X X OC-gasmengsels X Setpoint X X X Persoonlijk/Hoogte X X X X Flesdruk paren X X X .
In de volgende afbeelding ziet u hoe u het menu voor de modus DIVE opent. DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM OVER TE SCHAKELEN TUSSEN DE DUIKINSTELLINGEN. OPMERKING Sommige instellingen kunnen pas vijf (5) minuten na afloop van een duik worden gewijzigd. 5.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . Nadat u waarden hebt ingevoerd voor Diluent 1, kunt u meer verdunningsmiddelen, Diluent 2 en Diluent 3, op dezelfde wijze instellen. U kunt deze instellen op "ON" of "OFF".
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . In de modus MIXED of CCR OC Gases wordt, op basis van de gekozen instelling, de maximale gebruiksdiepte weergegeven. Nadat u waarden hebt ingevoerd voor Mix1, kunt u extra mengsels, Mix2 - Mix8, op dezelfde wijze instellen.
U kunt het meest pessimistische opstijgschema - dat is een schema voor een situatie waarin gasmengsels helemaal niet worden gewijzigd - bekijken door de gasmengsels in te stellen als SECUNDAIR. De tijd die nodig is om de decompressie te voltooien met het huidige ademgas, wordt dan getoond als de ASC TIME (opstijgtijd).
De standaardinstelling voor Low Set Point (laag setpoint) is PO 2 0,7 bar (bereik 0,4- 0,9 bar). STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . De standaardinstelling voor High Set Point (hoog setpoint) is PO 2 1,3 bar (bereik 1,0- 1,5 bar).
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BE VESTIG MET DE KNOP SELECT . De diepte voor Switch Low kan worden ingesteld op ON of OFF . ON betekent dat op de vastgelegde diepte automatisch wordt geschakeld naar het lage setpoint. OFF betekent dat handmatig wordt gewisseld van setpoint.
Oppervlak Laag setpoint 0,7 Laag setpoint 0,7 Hoog setpoint 1,3 Hoog setpoint 1,3 Schakel naar hoog 20 m Schakel naar laag 10 m In de afbeelding hierboven ziet u een CCR-duik waarbij gebruik wordt gem.
5.8.4. Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen De huidige instellingen voor de persoonlijke en hoogte correctiefactor worden weergegeven in het startvenster van de modus DIVE. Als de getoonde instellingen niet overeenkomen met de huidige hoogte boven zeeniveau of uw lichamelijke conditie (zie Paragraaf 5.
STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BEVESTIG MET DE KNOP SELECT . 5.8.6. Het flesdrukalarm instellen Het flesdrukalarm kan worden ingesteld op 'ON' of 'OFF' in een bereik van 10 - 200 bar / 200 - 3000 psi. Het alarm is het alarmpunt voor de secundaire flesdruk.
5.8.7. Het dieptealarm instellen Standaard staat het dieptealarm ingesteld op 30 meter, maar al naar gelang uw voorkeur kunt u een andere waarde instellen of het alarm uitschakelen. Het dieptealarm kan worden ingesteld op een waarde tussen 3 m en 300 m.
5.8.9. De meetinterval instellen De meetinterval van een duikprofiel bepaalt om hoe vaak de diepte, tijd, flesdruk (indien ingeschakeld) en watertemperatuur in het geheugen worden opgeslagen. De standaardinstelling is 20 seconden (mogelijke waarden zijn 10, 20, 30 en 60 s).
5.8.1 1. De luchttijd instellen In de instelmodus Air T ime kunt u de weergave van de resterende luchttijd instellen op 'ON' of 'OFF', afhankelijk van het feit of u de weergave van de geschatte resterende luchttijd gebruikt of niet.
OPMERKING Bij de zuurstofgerelateerde berekeningen wordt door de duikcomputer een veiligheidsmarge van 1% boven de ingestelde O 2 %-waarde aangehouden. In de modus MIXED worden ook voor de duikplanning de ingestelde O 2 %- en PO 2 -waarden gebruikt. Meer informatie over het invoeren van nitrox-, trimix- en/of heliox-mengsels vindt u in Paragraaf 5.
5.10.1. De modus DIVE activeren De duikcomputer wordt automatisch geactiveerd bij een diepte van 0,5 meter of meer , tenzij de modus DIVE is ingesteld op OFF . U dient echter de modus DIVE te activeren VOORDA T u gaat duiken om de flesdruk, de hoogte en persoonlijke correctiefactor , de batterijconditie, de zuurstofinstellingen, etc.
TUSSEN DUIKEN WORDT DE WEEFSELVERZADIGING GRAFISCH AANGEDUID ALS DE MODUS DIVE IS GEACTIVEERD . OP DE X-AS STAAN SNELLE WEEFSELS LINKS EN LANGZAME WEEFSELS RECHTS. OP DE Y-AS WORDEN DE PROCENTUELE VERZADIGINGSW AARDEN GETOOND DIE ZIJN BEREKEND OP BASIS VAN RGBM.
• de zender en de duikcomputer op de juiste wijze zijn gepaard en gebruikmaken van een geschikte code • de flesdrukzender werkt (symbool van een bliksemschicht knippert en de flesdruk wordt weergegeven) en er wordt geen waarschuwing voor lage batterijspanning weergegeven • u voldoende lucht voor de geplande duik hebt.
Als het symbool voor te lage batterijspanning te zien is in de modus Surface of als de displayaanduidingen niet meer of slechts vaag te zien zijn, is de batterij waarschijnlijk leeg of bijna leeg en dient deze te worden vervangen.
Bij het programmeren van de juiste hoogte, dient u de juiste instelling voor Altitude Adjustment te selecteren aan de hand van T abel 5.6, “Hoogte-instellingen” . De duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de ingevoerde hoogte aan, waardoor de nultijden op grotere hoogten korter worden.
5.10.4. Persoonlijke factoren Er zijn verschillende factoren bekend die de kans op decompressieziekte kunnen vergroten. Een aantal daarvan kunnen vooraf worden voorspeld, zodat er in het decompressiemodel rekening mee kan worden gehouden. De invloed van deze factoren verschilt echter per duiker en kan ook van dag tot dag variëren.
Kies aan de hand van T abel 5.7, “Instelling persoonlijke correctiefactor” de juiste instelling voor de persoonlijke correctiefactor om de decompressieberekening zo nodig behoudender te maken. Onder ideale omstandigheden kunt u gebruikmaken van de standaardinstelling P0.
Gewenste tabellen Omstandigheden Persoonlijke correctiefactor Standaard Ideale omstandigheden P0 Steeds conservatiever Risicofactoren van toepassing/omstandigheden niet ideaal P1 Meer risicofactoren v.
5.1 1.1. Aanbevolen veiligheidsstops Bij elke duik dieper dan 10 meter, start de duikcomputer een countdown van drie minuten voor een aanbevolen veiligheidsstop die moet worden gemaakt op een diepte tussen de 3 en 6 meter .
In de display verschijnt de aanduiding STOP en bij het bereiken van een diepte tussen de 6 en 3 meter worden ook de aanduiding CEILING, de plafonddiepte en de voorgeschreven duur van de verplichte stop weergegeven. Wacht tot de waarschuwing voor de verplichte veiligheidsstop verdwijnt.
Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt of te lang wacht met terugkeren tot onder het decompressieplafond, wordt het berekeningsmodel aangepast en kan de nultijd voor een volgende duik worden verkort. In dat geval verdient het aanbeveling een lange oppervlakte-interval tot de volgende duik in te lassen.
6. DUIKEN In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van de duikcomputer en het aflezen van de displays. U zult merken dat beide zeer eenvoudig zijn. In elk display worden alleen de gegevens weergegeven die van belang zijn voor de specifieke duikmodus.
6.1.1. Basisgegevens T ijdens een nultijdduik, worden de volgende gegevens weergegeven: • uw huidige diepte in meters (feet) • de beschikbare nultijd in minuten, aangeduid met NO DEC TIME • de o.
MET DE KNOP DOWN SCHAKEL T U TUSSEN MAXIMUMDIEPTE, HUIDIGE TIJD EN FLESDRUK. DRUK OP DE KNOP UP OM OVER TE SCHAKELEN TUSSEN DE DUIKTIJD EN W A TERTEMPERA TUUR.
Bij een momentmarkering worden de diepte, tijd en watertemperatuur opgeslagen, alsmede de kompasrichting (als het kompas is ingeschakeld)en de flesdruk (indien de optionele draadloze zender is ingeschakeld). Als u tijdens een duik een momentmarkering in het profielgeheugen wilt opslaan, moet u op de knop SELECT drukken.
HUIDIGE FLESDRUK IS 165 BAR EN DE RESTERENDE LUCHTTIJD IS 52 MINUTEN. V eranderingen van uw luchtverbruik worden geregistreerd aan de hand van constante drukmetingen die gedurende perioden van 30 tot 60 seconden plaatsvinden met een interval van 1 seconde.
OPMERKING Een verandering van temperatuur heeft invloed op de flesdruk en daardoor ook op de luchttijdberekening. OPMERKING Als de luchttijd is uitgeschakeld, wordt de luchttijd niet weergegeven.
NORMALE OPSTIJG- SNELHEID. DOOR DE GEACTIVEERDE DISPLA Y- VERLICHTING, EEN GELUIDSSIGNAAL EN KNIPPEREN V AN DE GRAFISCHE STIJGSNELHEID- AANDUIDING WORDT U GEW AARSCHUWD DA T DE OPSTIJG- SNELHEID HOGER IS DAN 10 METER PER MINUUT . U WORDT GEADVISEERD EEN VERPICHTE VEILIGHEIDSST OP TE MAKEN ZODRA U EEN DIEPTE V AN 6 METER BEREIKT .
TIJDENS HET DUIKEN WORDT AANGEGEVEN DA T EEN DIEPTESTOP VEREIST IS OP EEN DIEPTE V AN 16 M. TIJDENS DE OPSTIJGING KRIJGT U HET ADVIES EEN DIEPTESTOP TE MAKEN ZOLANG ALS WORDT AANGEGEVEN DOOR DE TIMER (NOG 42 SEC.). 6.1.6. Stopwatch (timer) U kunt tijdens het duiken ook een stopwatch gebruiken voor diverse tijdmetingen.
6.1.7. Decompressieduiken W anneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul, gaat uw duik over in een decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of meer decompressiestops moet maken.
W AARSCHUWING DE WERKELIJKE OPSTIJGTIJD KAN LANGER ZIJN DAN DE TIJD DIE DOOR HET APP ARAA T WORDT WEERGEGEVEN! De vereiste opstijgtijd neemt toe als u: • langer op diepte blijft • langzamer dan 10.
• Het decompressiebereik is het gebied tussen het decompressieplafond en de decompressieondergrens. Binnen dit bereik vindt de decompressie plaats. Houd er rekening mee dat de decompressie aan of nabij de decompressieondergrens zeer traag verloopt.
OPMERKING Een decompressiestop onder het decompressieplafond kost u meer tijd en ademgas. W AARSCHUWING STIJG NOOIT OP TOT BOVEN HET DECOMPRESSIEPLAFOND! U mag nooit opstijgen tot boven het decompressieplafond. Om te voorkomen dat u dit per ongeluk doet, is het raadzaam altijd iets onder het decompressieplafond te blijven.
Display-aanduidingen boven de decompressieondergrens W anneer u opstijgt tot boven de decompressieondergrens, stopt de aanduiding ASC TIME met knipperen en verdwijnt de naar boven gerichte pijl. Hieronder ziet u een voorbeeld van een decompressieduik waarbij de duiker zich boven de decompressieondergrens bevindt.
T ijdens de decompressiestop wordt de waarde voor ASC TIME afgeteld tot nul. W anneer het decompressieplafond hoger komt te liggen, kunt u opstijgen tot het nieuwe decompressieplafond.
W acht u langer met het opvolgen van de decompressie-instructies, dan wordt automatisch de modus Error permanent geactiveerd. In deze modus kan het apparaat alleen nog als dieptemeter en timer worden gebruikt. Na terugkeer moet u ten minste 48 uur wachten voordat u opnieuw mag gaan duiken (zie Paragraaf 5.
NA ACTIVERING WORDEN OP HET SCHERM KORT HET VOL GENDE WEERGEGEVEN: MAXIMALE GEBRUIKSDIEPTE, PERSOONLIJKE CORRECTIEF ACTOREN, HOOGTE-INSTELLINGEN, O 2 %-|HE-W AARDEN EN PO 2 -W AARDE (IN DE MODUS CCR MODE IS DIT HET GESELECTEERDE SETPOINT ).
MET DE KNOP DOWN SCHAKEL T U TUSSEN O 2 :HE, MAXIMALE DIEPTE, HUIDIGE TIJD EN FLESDRUK. MET DE KNOP UP SCHAKEL T U TUSSEN PO 2 , OLF%, DUIKTIJD EN W A TERTEMPERATUUR. 6.2.2. Zuurstoflimietpercentage (OLF%) In de modus MIXED of CCR wordt niet alleen de blootstelling aan inerte gasmengsels bijgehouden, maar ook de zuurstofblootstelling.
6.2.3. Gebruik van meerdere ademgassen en van gasmengsel wisselen in de modus MIXED Met de Suunto DX kunt u tijdens de duik van gasmengsel wisselen. Als de maximale gebruiksdiepte wisselen van gasmengsel toestaat, geeft de duikcomputer een signaal dat het gasmengsel kan worden gewisseld.
OPMERKING Als u gedurende vijftien seconden geen knop indrukt , wordt het duikvenster weer geactiveerd zonder dat het gasmengsel is gewijzigd. Bij het opstijgen geeft de computer een signaal wanneer het op basis van de PO 2 -waarde is toegestaan over te schakelen naar het volgende gasmengsel.
DRUK LANG OP DE KNOP UP (OMHOOG) OM HET MENU SELECTION TE OPENEN. BLADER VERVOLGENS MET DE KNOP UP . Het hoge en lage setpoint of een aangepast setpoint kunnen worden gewijzigd tijdens de duik. STEL IN MET DE KNOPPEN UP/DOWN. BEVESTIG MET DE KNOP SELECT .
V erdunningsmiddel wijzigen tijdens de duik: WISSELEN V AN VERDUNNINGSMIDDEL. DRUK LANG OP DE KNOP UP (OMHOOG) EN OPEN HET MENU CC DIL UENT (CC VERDUNNINGSMIDDEL). BLADER DOOR DE GEACTIVEERDE VERDUNNINGSMIDDELEN MET DE KNOP UP . SELECTEER EEN NIEUW VERDUNNINGSMIDDEL DOOR OP DE KNOP SELECT TE DRUKKEN.
6.2.5. Hyperoxic en hypoxic mengsels in CCR Op de Suunto DX verschijnt de tekst HYPER als de PO 2 -waarde van het verdunningsmiddel op de huidige diepte hoger is dan 1,6. De tekst HYPOX verschijnt als de PO 2 -waarde van het verdunningsmiddel op de huidige diepte lagger is dan 0,18.
DOOR TIJDENS EEN DUIK OP DE KNOP SELECT TE DR UKKEN, WORDT ER EEN MOMENTMARKERING AAN HET PR OFIEL GEHEUGEN TOEGE- VOEGD, WORDT DE DUIKTIMER TERUG OP NUL GEZET EN WORDT DE EERDER GEKLOKTE INTERV AL ONDER IN DE DISPLA Y WEERGEGEVEN. OPMERKING In de modus GAUGE worden geen decompressiegegevens berekend.
7. NA HET DUIKEN W anneer u terugkeert naar de oppervlakte, blijft de Suunto DX veiligheidsinformatie en waarschuwingen voor na de duik bieden. De veiligheid van de duiker wordt optimaal bewaakt dankzij berekeningen voor het plannen van herhalingsduiken.
In de tweede alternatieve display wordt de volgende informatie weergegeven: • de maximale diepte bij de laatste duik in meters (feet) • de duur van laatste duik in minuten, aangeduid met DIVE TIME.
7.3. Herhalingsduiken plannen De Suunto DX is voorzien van een duikplanner waarmee u de nultijdlimieten voor een volgende duik kunt bepalen, waarbij rekening wordt gehouden met verzadiging door inert gas als gevolg van voorgaande duiken.. Meer informatie over de modus DIVE PLANNING vindt u in Paragraaf 7.
• Duikers die van plan zijn om gedurende langere tijd dagelijks meerdere malen te duiken of te duiken met decompressiestops, moeten speciale voorzorgsmaatregelen nemen en langer dan twaalf uur wachten voordat zij aan een vliegreis beginnen.
BIJ HET ACTIVEREN V AN DE MODUS PLAN VERSCHIJNT IN DE DISPLA Y EERST KORT DE RESTERENDE DESA TURA TIETIJD VOORDA T DE DUIKPLANNER ACTIEF WORDT . DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN OM DOOR DE NUL TIJDLIMIETEN BIJ VERSCHILLENDE DIEPTEN TE BLADEREN. U KUNT DE DUUR V AN DE OPPER VLAKTE- INTERV AL AAN UW PLAN AANP ASSEN.
U kunt de modus DIVE PLANNING verlaten door op de knop MODE te drukken. OPMERKING De modus DIVE PLANNING kan niet worden ingeschakeld in de modi GAUGE en Error (zie Paragraaf 5.5, “Activering van de modus Error”). In de modus DIVE PLANNING worden alleen nultijden voor Diluent 1 / Mix1 berekend.
7.6. Modus MEMORY De geheugenopties van de modus MEMORY bestaan uit het duiklogboek (MEM Logbook) en duikhistorie (MEM History). Deze zijn toegankelijk vanuit de modus DIVE. Met de knoppen UP/DOWN schakelt u tussen de functies. De aanvangstijd en -datum van de duik worden opgeslagen in het logboekgeheugen.
ER ZIJN DRIE PAGINA'S MET LOGBOEKGEGEVENS. DRUK OP DE KNOP SELECT OM DE LOGBOEKPAGINA'S I, II EN III EEN VOOR EEN TE BEKIJKEN. DE GEGEVENS VAN DE MEEST RECENTE DUIK WORDEN ALS EERSTE WEERGEGEVEN. U KUNT DOOR HET GRAFISCHE DUIKPROFIEL OP PAGINA III BLADEREN MET DE KNOP UP (OMHOOG).
• gemiddelde diepte • verbruikte druk (indien geactiveerd) • waarschuwingen • OLF% (AIR, MIXED, CCR) Pagina III • diepte/tijd-profiel van de duik • de watertemperatuur • flesdruk (indien.
OPMERKING Afhankelijk van de meetinterval kan de meetwaarde voor de maximale diepte tot 0,3 meter verschillen van de waarde voor maximale diepte van de duikhistorie. 7.6.2. Duikhistorie De duikhistorie is een samenvatting van alle duiken die door de duikcomputer zijn vastgelegd.
7.7. Suunto DM4 Suunto DM4 is optionele software waarmee de functionaliteit van de Suunto DX sterk wordt uitgebreid. Met het programma DM4 kunt u duikgegevens van uw duikcomputer naar een laptop downloaden. U kunt vervolgens alle gegevens bekijken en ordenen die door de Suunto DX zijn vastgelegd.
• aanvullende duikgegevens (bijvoorbeeld SLOW (langzaam) en overschreden verplichte veiligheidsstops, attentiesymbolen, momentmarkeringen, markeringen van momenten van bovenkomen, markeringen voor d.
3. V oer de aanwijzingen in DM4 op voor het uploaden van uw duiken naar uw account bij Movescount.com. 120.
8. ZORG EN ONDERHOUD V AN MIJN SUUNTO DUIKCOMPUTER De SUUNTO duikcomputer is een geavanceerd precisie-instrument. Hoewel het is ontworpen om bestand te zijn tegen de ontberingen van het duiken, moet u er net zo zorgvuldig en voorzichtig mee omgaan als elk ander precisie-instrument.
• De beschermfolie voor de DX is ontworpen om de display te beschermen tegen krassen. Deze is verkrijgbaar bij uw lokale Suunto dealer . De beschermfolie kan eenvoudig worden aangebracht en zo nodig worden vervangen (zie voor meer informatie de instructies op www .
• ONDERHOUD De computer moet na iedere duik weken in schoon kraanwater , grondig afgespoeld worden en daarna gedroogd met een zachte handdoek. V erzeker u er van dat alle zoutkristallen en zanddeeltjes weggewassen zijn. Controleer het beeldscherm op mogelijk vocht of water .
9. BA TTERIJEN VERV ANGEN 9.1. Vervangen van de computerbatterij OPMERKING V oor het vervangen van de batterij kunt u zich het beste tot een erkend Suunto-servicecentrum wenden. Het is noodzakelijk dat de batterij op de juiste manier wordt vervangen om te voorkomen dat er water naar het batterijvak of de computer lekt.
9.2. Vervangen van de zenderbatterij OPMERKING V oor het vervangen van de zenderbatterij kunt u zich het beste tot een erkend Suunto-servicecentrum wenden. Het is noodzakelijk dat de batterij op de juiste manier wordt vervangen om te voorkomen dat er water naar het batterijvak lekt.
5. Haal de batterij voorzichtig uit het batterijvak. Raak de elektrische contacten op de printplaat niet aan. Controleer of er sporen van lekkage of andere schade zijn. Breng de zender ter controle of reparatie naar een erkende Suunto-dealer of de importeur als u lekken of andere schade aantreft.
1 1. Breng de vier schroeven aan en draai ze vast. 127.
10. TECHNISCHE GEGEVENS 10.1. T echnische gegevens Afmetingen en gewicht: Duikcomputer • Diameter: 49 mm • Hoogte: 17 mm • Gewicht: 107 g (met elastomeer polsband), 182 g (met titanium polsband) Draadloze flesdrukzender: • Max.
• Oppervlaktetijd: 0 tot 99 u 59 min • Duikteller: 0 tot 99 voor herhalingsduiken • Nultijd: 0 tot 99 min (- - na 99) • Opstijgtijd: 0 tot 999 min (- - na 999) • Maximale diepten: 3,0 tot 13.
Gebruiksomstandigheden: • Normaal hoogtebereik: 0 tot 3000 m boven zeeniveau • Bedrijfstemperatuur: 0 tot 40 °C • Bewaartemperatuur: -20 tot +50 °C Aanbevolen wordt het apparaat op een droge plaats bij kamertemperatuur te bewaren. OPMERKING Bewaar de duikcomputer niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
• V ervangen: om de jaar of vaker afhankelijk van duikactiviteit • V erwachte levensduur bij 20 °C: • 0 duiken/jaar -> 2 jaar • 100 duiken/jaar –>1,5 jaar • 300 duiken/jaar –>1.
OPMERKING De batterijwaarschuwing kan door lage temperaturen of een interne oxidatie van de batterij worden geactiveerd wanneer de batterijcapaciteit nog voldoende is. In dat geval verdwijnt de waarschuwing doorgaans wanneer de modus DIVE opnieuw wordt ingeschakeld.
• Consistent met natuurwetten voor kinetische gastheorie In Suunto Fused RGBM zijn de halfwaardetijden voor weefsels afgeleid van Wienke’ s FullRGBM waarin het menselijk lichaam is gemodelleerd door vijftien verschillende weefselgroepen. FullRGBM kan gebruikmaken van deze extra weefsels en het gassen en ontgassen nauwkeuriger modelleren.
LET OP Gebruik voor de duik zelf altijd dezelfde persoonlijke correctiefactoren en hoogte-instellingen als voor de planning. Een grotere persoonlijke correctiefactor dan de geplande instelling en een hogere correctiefactor voor de hoogte kunnen leiden tot langere decompressietijden op grotere diepte, wat betekent dat een groter gasvolume nodig is.
10.3. Zuurstofblootstelling De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op de momenteel gangbare tabellen en principes voor maximale blootstelling. Bovendien maakt de duikcomputer gebruik van verschillende methoden om een behoudende schatting te maken van de zuurstofdruk.
10.4. Isobaric counterdiffusion (ICD) ICD is de term voor het fysiologische effect dat optreedt als verschillende gasmengsels diffunderen in tegenovergestelde richting onder een constante omgevingsdruk. Met name bij duiken zijn de gasmengsels stikstof en helium.
1 1. INTELLECTUEEL EIGENDOM 1 1.1. Handelsmerken Suunto en Suunto Fused RGBM zijn geregistreerde handelsmerken van Suunto Oy . 1 1.2. Copyright © Suunto Oy 10/2012. Alle rechten voorbehouden. 1 1.3. Patenten Patenten zijn verleend of aangevraagd voor één of meerdere functies van dit product.
12. AANSPRAKELIJKHEID 12.1. CE Het CE merk wordt gebruikt om de conformiteit met de Europese Unie EMC richtlijn 89/336/EEC vast te stellen. 12.2. EN 13319 EN 13319 is een Europese norm voor duikdieptemeters. Suunto duikcomputers zijn zodanig ontworpen dat aan deze norm wordt voldaan.
13. BEPERKTE GARANTIE V AN SUUNTO Suunto garandeert dat Suunto of een door Suunto geautoriseerd servicecentrum (hierna servicecentrum) gedurende de garantieperiode, ter eigen beoordeling, defecten in .
1. meer geopend is dan het bedoelde gebruik; 2. gerepareerd is met gebruik van niet geautoriseerde reserveonderdelen; aangepast of gerepareerd is door een niet geautoriseerd servicecentrum; 3. het serienummer verwijderd, gewijzigd of op enige manier onleesbaar gemaakt is, zoals bepaald naar goeddunken van Suunto; 4.
Beperking van aansprakelijkheid V oor zover maximaal is toegestaan op grond van toepasselijk recht is deze garantie uw enige en exclusieve rechtsmiddel en vervangt deze alle andere expliciete of impliciete garanties.
14. AFDANKEN V AN HET APP ARAA T Dank dit apparaat op de juiste wijze af conform de voorschriften voor kleine huishoudelijke apparaten. Gooi het niet in de vuilnisbak.
VERKLARENDE WOORDENLIJST ASC RA TE Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgsnelheid. ASC TIME Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgtijd. Bergmeerduik Een duik op een hoogte groter dan 300 meter boven zeeniveau.
Decompressieplafond Tijdens een duik met decompressiestops is dit de geringste diepte tot welke een duiker mag opstijgen op basis van de berekende stikstofbelasting.
Enriched Air Nitrox Wordt ook nitrox of verrijkte lucht genoemd en komt overeen met EANx op de duikcomputer . Betreft lucht waaraan zuurstof is toegevoegd. Standaardmengsels zijn EAN32 (NOAA Nitrox I = NN I) en EAN36 (NOAA Nitrox II = NN II). Equivalent Air Depth T abel met equivalente waarden voor de partiële stikstofdruk.
Nultijd De maximale tijd die een duiker op een bepaalde diepte mag doorbrengen om op te kunnen stijgen zonder decompressiestops. Nultijdduik Elke duik waarbij op elk moment zonder onderbreking kan worden opgestegen naar de oppervlakte. O 2 % Zuurstofpercentage in ademgas.
PO 2 Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor partiële zuurstofdruk. RGBM Afkorting voor Reduced Gradient Bubble Model. Reduced Gradient Bubble Model Modern algoritme voor het bijhouden van de hoeveelheid opgelost en vrij gas in het bloed en de weefsels van een duiker .
© S uun to O y 10 / 2 0 1 2 S uun to i s a re gi s te red t ra demar k of S uun t o Oy. All Righ t s r ese r v ed . INTERNA TIONAL +358 2 284 1160 AUSTRALIA 1-800-240498 (toll free) AUSTRIA 072088310.
Un point important après l'achat de l'appareil (ou même avant l'achat) est de lire le manuel d'utilisation. Nous devons le faire pour quelques raisons simples:
Si vous n'avez pas encore acheté Suunto DX c'est un bon moment pour vous familiariser avec les données de base sur le produit. Consulter d'abord les pages initiales du manuel d'utilisation, que vous trouverez ci-dessus. Vous devriez y trouver les données techniques les plus importants du Suunto DX - de cette manière, vous pouvez vérifier si l'équipement répond à vos besoins. Explorant les pages suivantes du manuel d'utilisation Suunto DX, vous apprendrez toutes les caractéristiques du produit et des informations sur son fonctionnement. Les informations sur le Suunto DX va certainement vous aider à prendre une décision concernant l'achat.
Dans une situation où vous avez déjà le Suunto DX, mais vous avez pas encore lu le manuel d'utilisation, vous devez le faire pour les raisons décrites ci-dessus,. Vous saurez alors si vous avez correctement utilisé les fonctions disponibles, et si vous avez commis des erreurs qui peuvent réduire la durée de vie du Suunto DX.
Cependant, l'un des rôles les plus importants pour l'utilisateur joués par les manuels d'utilisateur est d'aider à résoudre les problèmes concernant le Suunto DX. Presque toujours, vous y trouverez Troubleshooting, soit les pannes et les défaillances les plus fréquentes de l'apparei Suunto DX ainsi que les instructions sur la façon de les résoudre. Même si vous ne parvenez pas à résoudre le problème, le manuel d‘utilisation va vous montrer le chemin d'une nouvelle procédure – le contact avec le centre de service à la clientèle ou le service le plus proche.